Jubileum van het orgel:
Van mevr. Dina Santing hebben wij het bericht ontvangen, dat het kerkorgel in onze kerk op 24 februari jongstleden officieel 50 jaar in gebruik was voor de erediensten. Zij vond dit een wel heel bijzondere mijlpaal, waar niet zomaar aan voorbij mocht worden gegaan. Wij als kerkenraad delen haar mening. Vandaar dat we dit hierbij benoemen in ons KM. En Dina nogmaals hartelijk dank voor het delen van deze informatie.
Jubileum van onze kerk:
Vanaf deze plek wil ik graag alle gemeenteleden vragen om ’s te zoeken in hun archieven en fotoboeken of er mensen zijn die foto’s hebben van bijzondere diensten of gebeurtenissen in of om onze kerk. Dit jaar bestaat onze kerk 75 jaar en wij als kerkenraad vinden dit wel heel bijzonder. Hoe de feestelijkheden rondom dit jubileum er concreet gaan uitzien, dat is op dit moment nog niet bekend. Mochten wij als kerkenraad, heel veel foto’s liturgieën en voorwerpen aangemeld krijgen, dan kan er misschien een “overzichtstentoonstelling” samengesteld worden. Mochten er gemeente leden enthousiast geworden zijn om te helpen met het voorbereiden en/of organiseren van de feestelijkheden, dan mag u zich aanmelden voor jubileumcommissie bij uw dienstdoende ouderling/diaken. Wordt vervolgt…
Terugblik
Op 7 december 1941 werd onze kerk geïnstrueerd en werden de ambten in gesteld. Daarvoor waren er reeds enkele samenkomsten gehouden in de twee lokalen van de Geref. school. In de oorlogsjaren werd er, bij gebrek aan beter materiaal, een houten noodkerk gebouwd. Deze kerk werd op 1ste kerstdag door brand verwoest. Eind 1964 kon echter een nieuw stenen kerkgebouw in gebruik worden genomen.
In 1954 is er bij de kerk een nieuwe pastorie gebouwd.
Achtereenvolgens hebben de hieronder vermelde voorgangers onze gemeente gediend;
1939- 1940 Ds. R. Ypma
1940- 1946 Ds. R. A. Hoogkamp
1947- 1954 Ds. M. Post
1954- 1962 Ds. W. Horlings (waarvan K.v.d. Meulen 15 maanden waarnam tijdens predikantschap van Ds. W. Horlings)
1964- 1968 Ds. J.A. Gravestein
1972- 1973 Ds. T. Lopers (emeritaat)
1974- 1986 Kerkelijk werker dhr. P. J. Jongbloed
1989- 1995 Kerkelijk werker dhr. A. J. Fraanje
1998- 2005 Kerkelijk werker mevr. G. H. Mateman
2003- 2008 Ds. G. Arends- Alkema
2008- 2011 Vacant
2011- 2015 Ds. A. P. Heiner (emeritaat)
2015- heden Vacant
Toen Elim nog Dwarsgat was.
Herdenking 70 jaar Gereformeerde Kerk in Elim
Geachte aanwezigen,
Marten heeft mij gevraagd, of ik wel een stukje zou willen maken over het reilen en zeilen van onze kerk, Nou en wat denk je en zeg je dan?, En daarom sta ik hier. De omstandigheden in Dwarsgat (Elim) waren vroeger van dien aard, dat de Gereformeerde mensen naar Holl.veld of naar Nieuwlande moesten om te kunnen kerken op zondag. Het van Leeuwens kerkje waar veel Elimieten heen gingen, was er niet meer. En omdat men vaak te voet of op de fiets moest, auto’s had men toen nog niet zoals nu, was dat nog wel een een heel eind en moeilijk, vooral als het slecht weer was. Vroeger al in 1931 is er in Elim een Geref.school gesticht, School met den Bijbel.Omdat hier toen al zoveel Geref. geloofsgenoten woonden kon hier best een school gesticht worden. Hiervoor gingen de kinderen naar de Herv. school. Zodoende werd er ook al vaak gekerkt en vergadert in de school.1939 was het jaar dat Elim voor het eerst als zelfstandige gemeente geref. genoemd werd, kwam ds Ypma als hulpprediker in dienst. Alles liep voorspoedig. Zodanig dat er gemeenteleden bij elkaar kwamen die hier wel een eigen kerkgebouw zouden willen. Maar daarvoor is geld nodig! Je mag zeker op 4000 gulden rekenen zei Hendrik Wimmenhove de aannemer. Maar al met al het geld kwam er. En men besloot op advies van ds.Hoogkamp, die inmiddels in 1940, als vaste predikant benoemd was, eens in de buurt van Harderwijk te gaan zien omdat hij wist dat daar veel houten schuren afgebroken werden, vanwege de crisis jaren, om daarte gaan kijken en misschien van te kunnen kopen. Zo werd er veel onder elkaar geregeld.. Meester Slik, Walraad Guichelaar, Hendrik Wimmenhove gingen op stap hiervoor. Grond werd gekocht van de familie Vos aan de Perenboomweg, die was het goedkoopst, daar was ook nog ruimte genoeg, want er stonden maar twee huizen aan die weg, waar toen echt perenbomen aan stonden, vandaar de naam. Toen de kerk werd ingewijd waren er 42 gezinnen met in totaal ongeveer 250 zielen. In die tijd waren het vaak nog grote gezinnen sommigen van 8 a 10 kinderen. De kerk was toen goed bezet.
7 december 1941!
Het kerkgebouw was klaar. Veel vrijwilligers uit de gemeente hebben hieraan meegewerkt.Ds.Hoogkamp op de kansel en de kerkenraad ernaast. Deze bestond uit: W.K. Slik, H. Bisschop, R. Metselaar, T. Westera. A. Vos en J. Booij. Wat een gevoel! Een eigen kerkgebouw een kerk met een toren erop! En dat alles voor 10.000 gulden. Wat een wonder!. Ver boven de begroting, maar men was dankbaar en enthousiast en men had vertrouwen dat dit wel goed zou komen. Het gebouw werd in een rode kleur geschilderd, vrolijke kleur wat goed opviel. Ik denk dat er toen iemand een handeltje gedaan heeft, want niet alleen de buitenkant, maar ook het interieur was rood. Alleen de bovenkant van de muren en het plafond was in een lichte kleur. Ook nog een orgel met veel volume op de galerij en alles was compleet. Voor de verwarming stonden midden in twee grote kachels lekker te snorren. Voor de koster was dit wel eens moeilijk om iedereen tevreden te houden, want er zat goede trek in de schoorsteen. Beste mensen, ik vertel dit allemaal zoals ik het vroeger gehoord of meegemaakt heb. Men kreeg jaarlijks per familie een vaste plaats toegewezen op nieuwjaarsdag, wat dan weleens problemen gaf wanneer er weer van plaats geruild moest worden. In deze oorlogstijd toen er niet altijd stroom was om het orgel te bespelen, moesten de jongens, die toch al achterin de kerk zaten, tot ergernis van ouders en predikant, op een omgebouwde fiets trappen om al trappende stroom op te wekken voor het orgel. Vrouwen zaten nog niet in de kerkenraad zoals nu, maar sommigen vielen door hun traditionele klederdracht wel op , want die werd toen door enkele nog wel gedragen. De witte neepjesmuts op. Annoa Guichelaar, zij was blind. Bliende Annoa zo werd ze ook wel genoemd, en dan Vr. Fik- Likkel en Eultie van der Weide.
De nieuwe predikant ds. Hoogkamp ging elke zondag voor. Hij had een eigen huis aan de Carstensdijk. In de oorlogstijd was hij een verzetsman en heeft heel wat onderduikers en joodse mensen ergens onderdak verschaft. Van de Tweede wereldoorlog merkte men eerst niet zoveel in het dorp, tot de bezetters de scholen in beslag namen. Hierdoor werd in de kerk ook de school ondergebracht, wel wat primitief, maar alles ging toch door.
Na de oorlog kregen we ds. Post. Hij kon goed preken aak over de Mahodanen als de Anti Christ. De bedreiging van het christendom. Roken was hem helemaal niet vreemd, had de sigaretten “Old Mac” los in zijn jas zak,. Liep met een wandelstof met zilveren knop deftig door het dorp, en op weg naar huisbezoek soms zat hij omdat hij niet fietsen kon bij de ouderling achter op de fiets. Dat lijkt me niet zo gemakkelijk, want straatverlichting was er niet. En helemaal niet op de wieken. In die tijd had men nog geen auto zoals nu het geval is.
Collecteren ging anders als nu. De diakens gingen met de collecte buul aan een lange stok door de kerk, waarbij nog wel eens een dameshoed sneuvelde. Jaar Kuiper had hier nog wel eens een handje van, hij was dan ook kapper.
Bij een kerk hoort ook een pastorie vond men. Er was al wat geld in kas en met toezeggingen en een lening werd het mogelijk een pastorie te bouwen. Hier gingen enkele jaren over hee, maar toen deze klaar was in 1954; we waren lange tijd vacant, kregen we in hetzelfde jaar ook weer een andere dominee, ds Horlings, was vrijgezel. Bij hem ben ik in de kerk ‘groot’ geworden. Catechesatie, belijdenis enzovoort. We waren met een hele groep jongeren. Hij kon moeilijk orde houden zodat Arie Metselaar of Albert Schonewille “kerkenraadsleden” moesten bijzitten om het rustig te houden. Maar omdat deze bij de warme kachel zaten, die wij van tevoren stiekum opgestookt hadden, nog wat cokes erbij in, zaten ze nog wel eens te knikkebollen, zodat we van hun niet veel lst hebben gehad. In 1962 is ds. Horlings naar elders vertrokken.
De knapen en meisjesvereniging werden geleid door meester Beekhuis en Mina Schonewille, later natuurlijk ook door andere mensen. Nu zijn de jeugdclubs tesamen met de hervormde kinderen. Psalmen en Gezangen werden toen nog langzaam gezongen in hele noten, maar toen dit veranderde in zgn, ritmisch, gaf dit nog weleens problemen. De organist Klaas Bisschop had er dan weleens moeite mee om de gemeente bij te houden. Stopte even en riep de gemeente toe “Doet moar wat kalmer an!”
In voorgaande jaren werd het kinderkerstfeest op tweede kerstdag altijd in de kerk gehouden. Ook in 1962 was dat zo gepland, deze keer ging dat echter niet door want na de morgendienst is er brand ontstaan ‘zo hevig dat het gebouw in een uur tijd afbrandde; omdat het gebouwd was, van hout was er geen houden aan. In de zaal is nog een foto te zien waar de vlammen uit het dak slaan, alleen het doopfont wist de koster Albert Santing nog te redden. Het doopfont wat hier nu nog aanwezig is. Deze werd ontworpen en gemaakt door timmerman Wimmenhove welke ook de bouwer van de houten kerk was. Een uniek model, nu zou men het Art Deco of Jugendstill noemen. ALLES weg! Wat een verdriet! Wat een tranen, wat een ellende. Wat nu? Hoe nu verder?
Maar in de nood Uit de nood! Men stak de koppen weer bij elkaar en kreeg via de classis en synode permissie te collecteren bij de zuster kerken in het hele land. Wat een werk was dat. Want de verzekering was lang niet hoog genoeg om hierin te voorzien. Vrijwilligers waren er genoeg, iedereen ging op stap om giften en toezeggingen bij elkaar te krijgen. Men verstuurde kaarten met bijzondere tekst naar familie en bekenden door het gehele land. En wat weer een wonder! Het kwam goed het kwam voor elkaar! We kregen vergunning om te bouwen.
Noodgedwongen moesten er weer in de school kerkdiensten gehouden worden.
Later kreeg men gelegenheid de Open Deur te gebruiken. Veel ging op een bijzondere manier, zo goed als maar kon. Dat duurde zo enkele jaren. Door deze omstandigheden zijn Anneke en ik toen in de Herv.Kerk getrouwd.
Maar in 1964 kregen we weer een nieuw kerkgebouw, door aannemer L.Wimmenhove gebouwd. Een broer van de vorige bouwer. Ds Post legde de eerste steen, hij was toen nog in Elim woonachtig. Veel werkzaamheden werden weer door vrijwilligers gedaan.
Een nieuwe kerk, dan ook weer een andere dominee. Ds Gravensteijn. Een innemende gemoedelijke man, stond voor iedereen open. En wat voor een kerk! Een groot stenen gebouw met veel vergaderruimte en een echte toren ernaast. De kerk waar we nu ook in aanwezig zijn. Wat waren we dankbaar. In de openingsdienst gingen veel dankliederen naar boven. Maar er ontbrak toch nog wat, de toren was leeg er zat nog geen (bengel) luidklok in en er was ook nog geen echt orgel in de kerk. Maar er was wel een orgelfonds en acties van de jeugdclubs. Al waren er nogal wat mening verschillen over de prijs en wat voor orgel moet het worden, maar na een jaar kwam er nu toch een echt pijporgel. Heel wat anders dan het harmonium dat we gewend waren. Alles werd weer feestelijk ingewijd met de Bengel.
In de zaalruimtes werden nu de catechesatie en verenigingsavonden gehouden. Want verenigingswerk hoort bij de kerk en dat houdt het kerkelijk leven in stand. Na het vertrek van Ds. Gravensteijn hebben we ook nog Ds. Vermeulen en Loopers gehad, maar deze waren hier voor korte tijd daar weet ik niet zoveel van. Dat er in de vacante periodes ook gast predikers kwamen en dat deze meestal bij de fam. Wiersma logeerden tot ergenis van de dochters is me wel bekend. Zo kabbelde het kerkelijk leven rustig door. Er werd gerouwd getrouwd en gedoopt. Zo ook die keer dat Alco Otten gedoopt zou worden. Maar o wee wat een ramp geen water in het doopfond. De dominee stond met lege handen de ouderling van dienst is snel water wezen halen, zodat de plechtigheid toch door kon gaan. Hier is vast later nog wel een hartig woordje over gesproken. In deze periode kregen we ook de eerste vrouwen in kerkenraad. De dames Jo Booij en Femmie Fik. dit had nog wel wat voeten in de aarde, maar mdat er geen mannen zich aanmeldden kwam dit ervan ieder heeft dit als positief ervaren. We waren lange tijd vacant.
Voor het eerst in deze tijd gingen met Kerst onder leiding van de toen aanwezige hoofdonderwijzer meester Boer, de kinderen in lange rijen met kaarsjes door de kerk. Nu zijn we aan deze dingen gewend, maar als er toen wat veranderingen moesten komen duurde dit wel even, want er waren altijd voor en tegenstanders.
In 1974 kregen we dhr. Jongbloed als Pastoraal Kerkelijkwerker. Hiervoor heeft de kerkenraad o.a. de heren Kikkert en Dekker nog heel wat inspanning moeten leveren om dit classicaal voor elkaar te krijgen want deze man studeerde nog en mocht eigenlijk nog niet preken in een eigen gemeente. Ook financieel werd het moeilijk, want de financien van de gemeente waren van dien aard dat het eigenlijk niet kon. Met steun van de classis is het hen toch gelukt. Dhr Jongbloed was nog vrij jong toen hij hier kwam. Hij studeerde in Kampen en deed onderwijl pastoraal werk in de gemeente, en was geliefd bij de mensen. Maar grote ramp! Korte tijd voor dat hij zijn laatste examen zou gaan doen is hij plotseling overleden. De hele gemeente in diepe rouw. Wat een verslagenheid. 12 jaar is hij ons van dienst geweest zijn vrouw is hier nog enige tijd blijven wonen, maar is later verhuist naar elders.
Na een lange periode ook al om de financiën weer wat op orde te krijgen, kreeg men dhr. Fraanje in het vizier. Ook hier moest veel aan gewerkt worden maar na veel gesprekken. Hij kwam! Maar mocht niet preken alleen pastoraal werk doen. Teveel aanmerking van buitenaf. Wat heb je nu aan een voorganger die niet preken mag en het wel goed kan. Toch kregen we het met classis voor elkaar. Hij Blijf! Harde werker erg enthousiast. Soms te! Zo dat de kerkenraad weer bij de classis of Part synode op het matje moest. Maar al met al men mocht hem graag. Vanwege de financiën moest hij na 5 jaar vertrekken. Hij organiseerde ook fietstochten op zondag en gezellige avonden voor de kerkenraad de eerste keer kegelen bij cafe Ome Dries.
Om het voortbestaan van een kerkgemeente moet je wel nieuwe aanwas hebben, maar door gebrek aan werkgelegenheid of vertrek naar elders is het aantal gemeenteleden tot nu niet meer gegroeid en is achteruit gegaan. Dat is jammer. Maar het onderhoud moest wel doorgaan. Het platte dak wat steeds weer lekte, was al een provisories gemaakt, maar niet afdoende, moest gerenoveerd worden. Kosten € 27.000,– Maar een rondgang bij de leden toezeggingen en vrijwilligerswerk is het karwei geklaard. We kregen ook het Groene boekje waaruit andere liederen gezongen konden worden dan uit het Liedboek of alleen plalmen en gezangen..
De nieuwe Kerkorde in verband met samen werkingsproces P K N moest besproken worden. Zouden er erge verandering komen? Vaak vergaderd. Officieel moest er een orde van Kerkrentmeesters komen die de finacieen en het beheer van de gebouwen behartigden en we dezen dit altijd d.m.v. de k.raad toch maar in meegaan.
Het orgel werd ook nog uitgebreid er een paar stemmen bij. Met een bijdrage van een onbekende schenker is dit voor elkaar gekomen.
Na een tijdje zonder voorganger, kwam mevr. Mateman voor en periode van 3 jaar, met een contract voor ongeveer 20 uur per week. Toen die vertrok zaten we weer zonder. Maar door toedoen van Dirk Guichelaar, deze zat toen in de kerkenraad, hebben we Mevr. Arends Alkema gekregen. Zij woonde in de Krim en wilde ons eerst wel voor tijdelijk helpen. Later heeft ze hier enkele jaren als predikante haar werk gedaan. Ook met enthousiasme. In deze periode hebben veel jonge mensen belijdenis afgelegd. Dit was in lange jaren niet meer voorgevallen. Maar ze kreeg een beroep en vertrok naar elders.
Oppas en Kindernevendienst zodat de ouders samen naar de kerk kunnen werd ingesteld.
We hebben nu ook weer een muziek en zanggroep met leden uit eigen kerk. Ze hebben al dikwijls met enthousiasme voor ons opgetreden. In vroeger jaren hebben we ook een muziek groep : de Waldennies”gehad, Walraad en Hennie bespeelden accordeon traden voor ons op met feestelijke gebeurtenissen.
En zingen uit het groene boekje is ook niet meer nodig omdat we ook een beamer gekregen hebben. Zodat we nu van van muur af kunnen zingen. En dan onze organisten niet te vergeten allemaal vrijwilligerswerk. En de nieuwe keuken! Fijn toch dat dit nog kan. Er is in die jaren vast nog veel meer gebeurd en heb ik veel momenten en namen niet genoemd U moet met mij niet kwalijk nemen. Door saamhorigheid en wilskracht en met Gods zegen hebben we dit als gemeente tot aan vandaag tot een 70- tig jarig gedenken mogen vieren.
Maar één naam ben ik bijna vergeten de naam van onze nieuwe dominee. Ds Heiner!
We hebben er weer één! Een eigen dominee Hij is hier helemaal aanwezig maar eigenlijk maar voor de helft. Want door gesprekken en samenwerking met leden van de Hervormde gemeente is deze persoon beroepen en werkzaam in 2 gemeentes. Dit mag een wonder heten eindelijk een enigszin gevorderde samenwerking. Iets waar jaren over gesproken en vergadert is wordt een Federatie nu misschien werkelijkheid.
Er zullen nog wel enige hobbels genomen dienen te worden. Maar we mogen hopen en bidden dat het een realiteit gaat worden.
Beste mensen iedereen za zo zijn eigen verhaal hebben.. Ik kan nog wel een hele tijd door gaan maar me dunkt zo ist wel genoeg.
Door de jaren heen is er veel veranderd! Maar dit is om een levende kerk te blijven ook nodig dunkt me. Waar het om gaat is betrokken te zijn met elkaar en vanuit het Geloof kan je proberen inspiratie te krijgen voor het leven van elke dag in deze tijd.
Laten we in dit vertrouwen verder mogen gaan als Kerk in Elim.
Geschreven en gelezen door Henk Wemmenhove. (11-12-2011)